Webcommunicatie en Scrum

Japke-d. Bouma, negeer dit bericht maar. Het staat vol jeukwoorden (and then some). Hoewel ik graag eens nadenk over de terminologie, wil ik nu vooral graag uitleggen hoe anders ik mijn werk als copywriter/webredacteur de afgelopen anderhalf jaar heb gedaan vergeleken met vroeger. Ik maak nu namelijk deel uit van een scrumteam en daar horen wat standaardtermen bij, die bij sommigen – of velen, daar wil ik vanaf zijn – allergische reacties oproepen.

Scrum, scrummer, scrumst

Scrummen betekent dat mijn directe collega’s niet langer (alleen maar) vakgenoten zijn. En dat ik mijn werk zo veel mogelijk opknip om het in afgebakende periodes van twee weken te kunnen doen. In zo’n periode komen verschillende afspraken op vaste tijden voor. Daarin bepalen we welke werkzaamheden we moeten uitvoeren en in welke volgorde. We geven dan per activiteit aan wat de waarde is. Dat doen we door er punten aan toe te kennen. Strikt genomen geef je punten aan waarde voor de klant, maar we gebruiken de punten ook om het werk zo goed mogelijk in te kunnen plannen. Dus er is ook een relatie met de tijd die we erin steken.

Ik heb in bovenstaande alinea de jeukwoorden ‘multidisciplinair’, ‘backlog’, ‘sprint’, ‘refinement’, ‘story’, ‘planning’ en ‘pokeren’ weten te omzeilen. Wish me luck voor het vervolg.

We starten de dag met een stand-up

Elke ochtend sta ik met mijn collega’s bij een groot wit bord, waarop we met magnetische kaartjes aangeven hoe ver we al zijn opgeschoten met ons werk en of er onverwachte hindernissen te nemen zijn.  We vergaderen staand om de vaart er een beetje in te houden. En bij een tastbaar bord, omdat het zo ook voor anderen eenvoudig is om te zien waar we zoal mee bezig zijn. Deze vergadering duurt maximaal een kwartier. We houden de voortgang ook nog bij in een elektronische administratie. Handig voor de geschiedschrijving. Eén collega onderhoudt de contacten met collega’s die iets van ons willen, en één collega zorgt voor de nodige faciliteiten (dit is een beetje kort door de bocht: ze doen nog veel meer).

Af te vinken voor de Scrumbingo: ‘scrumbord’, ‘stand-up’, ‘impediment’, ‘stakeholder’, ‘Jira’, ‘product owner’ en ‘scrum master’.

Dit blijft hetzelfde

Goed, met een volle bingokaart en dito agenda lijkt het haast of er voor het echte werk geen ruimte meer is. Hoewel we op sommige dagen zeker van vergadering (op z’n scrums is dat een ‘event’) naar vergadering hoppen, ben ik toch vooral bezig met het schrijven van teksten en het bouwen van webpagina’s. Met elke twee weken een deadline, die de ene keer wat strakker is dan de andere. Ik check vooraf én achteraf hoe pagina’s het doen en overleg met mijn collega’s over de beste aanpak. We hebben vaak een vliegende start vanwege de refinement en de discussies die de product owner met de stakeholders heeft gevoerd.

Dit gaat er anders

Waar ik voorheen toch vooral met mijn vakgenoten overlegde – en het dus veel over tekstuele zaken ging -, zit ik nu in een team met designers, een frontend developer, een data-analist en inhoudelijke experts. Dat betekent dat ik mijn teksten direct in een groter geheel zie: visueel, technisch en dat van de customer journey (pak die tweede bingokaart er maar bij). En daar leer ik ook weer van. Die-hard jeukwoordenfans weten dat ik het dan heb over T-shapen. Voor hardcore tekstueel overleg heb ik gelukkig nóg een clubje: met alle webredacteuren vorm ik een gilde/Community of Practice. Handig ook om een beetje op de hoogte te blijven van wat er in de rest van de organisatie en de wereld leeft. Want het is makkelijk om het overzicht te verliezen. Als ik niet uitkijk, blijft mijn blik beperkt tot drie sprints: de vorige, de huidige en de volgende.

En dit botst soms

Niet al het werk laat zich keurig plannen in sprints. Er worden foutjes ontdekt op de website, er komen spoedklussen voorbij en soms gaat iets op het laatste moment toch niet door. Of we doen werk voor een groter project dat er een eigen planning op nahoudt. We moeten er dus eigenlijk altijd rekening mee houden dat er dingen tussendoor komen. Agile (Bingo!!) als we zijn, lukt het ons, na anderhalf jaar steeds beter om ook dat werk een plek te geven in onze sprints.

Geoliede machine

Een scrumteam werkt het beste als alle radertjes goed draaien. En dat betekent dat je specialistisch werk combineert met teamwerk. We hebben allemaal onze eigen verantwoordelijkheden, maar werken het liefst echt samen om onze website te verbeteren. Daarbij blijkt dat scrummen zo gek nog niet. En die jeukwoorden? Zo min mogelijk krabben, dan vallen ze wel mee.

 

Ik publiceerde dit bericht eerder op LinkedIn.